Omgevingswet: wees creatief met het programma
Uit de VNG impactanalyse blijkt dat veel gemeenten met vragen zitten over de toepassing en meerwaarde van het instrument programma. Bij dit instrument wordt doorgaans meteen gedacht aan de programmatische aanpak (NSL, PAS) of aan het uitvoeringsprogramma onder de huidige structuurvisie. Het programma biedt echter veel meer en betere mogelijkheden om te investeren in een duurzame leefomgeving.
Omgevingsvisie light
De opvatting heerst dat alle bestaande beleidsplannen voor de fysieke leefomgeving geïntegreerd worden in de omgevingsvisie. Dat wordt dan een lijvig document waarin iedere beleidsafdeling delen van zijn oorspronkelijke beleidsplan terug wil zien. Dat lijkt mij niet de gewenste richting. Houd de omgevingsvisie slank met een focus op ambities en doelen. Het milieuprogramma, riolerings- en waterplan en verkeers- en vervoerplan kunnen transformeren naar integrale programma’s voor de fysieke leefomgeving.
Houd de omgevingsvisie slank met een focus op ambities en doelen.
Hiervan zijn er al goede voorbeelden. Neem bijvoorbeeld een mobiliteitsprogramma waarin naast de infrastructuur voor fiets, OV en auto ook andere speerpunten een plek hebben. Denk aan duurzame logistiek, elektrische laadinfrastructuur, smart parking. Hetzelfde geldt voor een integraal programma riool- en waterbeheer, bodem en ondergrond, omdat deze thema’s sterk met elkaar samenhangen.
Gebiedsprogramma’s
De experimenten met de omgevingsvisie ademen nog teveel de mindset van de structuurvisie. Het huidige uitvoeringsprogramma krijgt het etiket programma en bevat de projecten en activiteiten die nodig zijn om de omgevingsvisie te realiseren. Het gaat vooral om ruimtelijke investeringen in wonen, werklocaties en infrastructuur. Dat maakt het programma nog niet integraal. Het is heel goed denkbaar dat voor gebieden die in de omgevingsvisie worden onderscheiden een integraal gebiedsprogramma wordt uitgewerkt. Op het schaalniveau van concrete gebieden kan veel beter worden beoordeeld welke samenhangende projecten en activiteiten tevens kunnen bijdragen aan de doelen voor milieu, water en natuur.
Duurzaamheid en energie
In het omgevingsplan komen er ruimere mogelijkheden voor het stellen van regels voor milieu en leefomgeving. Sommige gemeenten grijpen die mogelijkheid aan om eisen te stellen aan de energieprestatie van woningen en kantoren. Onder de huidige Wro is dat nog niet mogelijk. Hetzelfde geldt voor regels die van belang zijn voor een klimaatbestendige stad. Het is zeer de vraag of dit effectief is. Voor het dichterbij brengen van doelstellingen op het gebied van energiebesparing, duurzame mobiliteit en klimaatbestendigheid heb je programma’s nodig. Financiering is daarbij een belangrijk aandachtspunt.
Duurzame gebiedsexploitatie
Financiering van duurzame investeringen in de fysieke leefomgeving en van energietransitie door middel van vastgoedontwikkeling is een moeilijk verhaal. De regels voor het verrekenen van de kosten van publieke investeringen die straks in het Omgevingsbesluit worden opgenomen, lijken erg veel op de huidige regels. Er is eerder sprake van een verdere inperking van de mogelijkheden om de kosten van publieke investeringen te verhalen op private initiatieven. De gemeente moet op zoek naar andere financieringsbronnen. Wellicht kan onder de noemer van ‘duurzame gebiedsexploitatie’ een andere set van regels worden opgenomen in het Omgevingsbesluit over de financiering van duurzame investeringen. Denk aan fondsvorming waarbij de baten van financieringen weer terugvloeien naar het fonds.
Wilt u uw team (tijdelijk) versterken met een professional die kennis en expertise heeft op het gebied van de Omgevingswet? Bel of mail vandaag nog voor een kennismakingsgesprek met Guido Termont, Directeur Ruimte & Infra, guidotermont@jsconsultancy.nl of 06 – 33 32 19 61.